Eerder deze maand gaf ik twee gastcolleges over bedrijfsoverdracht aan post-bachelor studenten Accountancy van Fontys Hogeschool. De studenten stelden vragen over het bedrijf waarvoor ze een individuele praktijkopdracht moeten uitvoeren, en meerdere van die bedrijven bleken gebaseerd te op een franchise concept. De studenten vroegen zich daarbij af of de franchise-afspraken nog effect hebben op de waardering van de onderneming.
Franchise is een interessante vorm van samenwerking tussen bedrijven. De oorsprong ligt, zoals veel innovaties in de vrije markt, in de Verenigde Staten. We kennen de franchise van de fastfood ketens, maar ook autodealerbedrijven, supermarkten en andere winkelketens zijn er vertrouwd mee.
Met een beetje fantasie kun je ook bijvoorbeeld de RK kerk zien als een al heel lang bestaande franchiseorganisatie, met het Vaticaan als franchisegever en formulebewaker die gedetailleerde en dwingende richtlijnen geeft aan de lokale parochies. Bijvoorbeeld over de structuur en de inhoud van misdiensten, die over de hele wereld herkenbaar zijn.
Ook in mijn beroep van accountant zijn elementen van een franchise concept te ontdekken. Kantoren die de jaarrekening van (middel-)grote ondernemingen willen controleren hebben daarvoor een vergunning nodig, die exclusief door de AFM wordt uitgegeven. Daarvoor is wel nodig dat het kantoor zich conformeert aan de kwaliteitseisen van de AFM, en de jaarlijkse fee betaalt.
Het franchise concept is primair gericht op het bereiken van een gedeeld succes, en dat is ook vaak het geval. Ik prijs me gelukkig dat in onze wijk een supermarkt staat die wordt gerund door een bijzonder gedreven en competente franchiseondernemer. Hij heeft al meerdere prijzen gewonnen als beste supermarkt, en de aantrekkelijke ondernemersbeloning die daar bij past wordt hem van harte gegund.
Succes is ook bij franchiseorganisaties niet vanzelfsprekend, regelmatig komen minder goed lopende samenwerkingen in het nieuws.
Overigens was de vraag van de studenten, of ze bij de waardering van de onderneming rekening moeten houden met franchise-afspraken, natuurlijk heel terecht. Afhankelijk van de afspraken die vooraf gemaakt moeten worden, heeft de franchisegever meer of minder zeggenschap als een franchisenemer zijn onderneming wil verkopen. In extreme situaties bepaalt de franchisegever of de franchisenemer zijn onderneming wel kan overdragen, en aan wie. Dat dat invloed heeft op de waarde, mag duidelijk zijn. Een franchisecontract is dan ook niet iets om lichtzinnig te tekenen.
Jos van der Wijst zegt
Zeker niet lichtzinnig een franchise overeenkomst tekenen. Ik zou bijvoorbeeld ook willen weten hoe de franchisegever tot zijn prognoses komt, wat de franchisenemer krijgt en wie waartoe verplicht is. Vaak blijken omzetprognoses te rooskleurig en zitten franchisenemers met de gebakken peren.