Dit jaar is het precies 400 jaar geleden dat Galileo Galilei zijn ontdekking publiceerde dat de aarde niet plat is, maar rond. Nadat uiteindelijk iedereen deze zienswijze had overgenomen, verscheen in 2005 het boek ‘The World Is Flat’ van de Amerikaanse journalist Thomas Friedman. Volgens Friedman hebben de nieuwe communicatiemogelijkheden en het goedkoper worden van vervoer van reizigers en goederen de wereld ‘plat’ gemaakt. Hij gaat daarbij in op de kansen die deze platte aarde biedt in termen van een nieuwe economie.
De econoom Pankaj Ghemawat vindt het idee dat de wereld één economisch speelveld is, behoorlijk overdreven. Hij onderbouwt zijn kritische beschouwingen met feitelijk onderzoek naar internationale handel en investeringen. Ghemawat komt tot de bijzonder interessante conclusie dat de onderlinge handel tussen landen positief beïnvloed wordt door het effect van gemeenschappelijke elementen:
- Taal: +42%
- Regionale handelszone: +47%
- Munt: +114%
- Grens: +125%
- Relatie kolonie-kolonisator: +188%
Zo wordt zichtbaar wat het positieve effect is van ons lidmaatschap van de EU (handelszone) en van de introductie van de euro (munt). En deze effecten maken direct duidelijk waarom Duitsland en België onze belangrijkste handelspartners zijn (gemeenschappelijke handelszone én munt én grens), en waarom Nederlanders gemakkelijker zaken doen in Vlaanderen dan in Wallonië (taal).
Iets verder weg dient zich de vraag aan of Engeland nog wél een eigen automobielindustrie zou hebben gehad, als de pond was ingeruild voor de euro. En van een land als Japan krijg je de indruk dat het gebrek aan gemeenschappelijke elementen met andere landen het land belemmert om de economie eindelijk weer eens te laten groeien.
Ook individuele bedrijven kunnen deze effecten goed betrekken in hun strategische oriëntatie op internationaal zakendoen. Hoe meer gemeenschappelijke elementen er zijn met de buitenlandse zakenpartner, hoe hoger de slagingskansen zijn.