Tussen de ondernemer en zijn/haar onderneming bestaat een boeiende, veelzijdige relatie.
Naast alle andere aspecten heeft deze relatie nadrukkelijk het kenmerk van een moreel contract tussen beide partijen.
De ondernemer enerzijds verplicht zich ertoe om de onderneming te (bege)leiden door de tijd.
Daarbij is de ondernemer het economische en juridische vehikel waarmee de onderneming zich door de tijd kan bewegen.
De onderneming anderzijds verplicht zich er toe om de onderneming (uiteindelijk) te belonen in de vorm van financiële onafhankelijkheid.
Beide partijen zijn, zolang het morele contract loopt, tot elkaar verbonden.
Samen maken ze hoogtepunten mee, en ook dieptepunten.
Maar beiden zullen zich uiteindelijk moeten richten op een succesvolle beëindiging van de relatie.
In de vorm van verkoop en overdracht van de onderneming.
De onderneming gaat vervolgens verder met de nieuwe ondernemer die het stokje overneemt.
Waardoor de continuïteit van de onderneming weer pakweg twintig, dertig jaar is geregeld.
De ondernemer houdt uit de verkoop voldoende middelen over (niet meer en niet minder) om te genieten van een onbezorgde derde jeugd.
Geef een reactie