Dit jaar kreeg ik van verschillende kanten suggesties voor mijn vakantieliteratuur. Van industrie-sectorbankier David Kemps kreeg ik de Nederlandse vertaling van het boek The Monetary Value of Time – Why Traditional Accounting Systems Make Customers Work van Joyce I. Warnacut. David en ik delen een passie voor de Nederlandse industrie in het algemeen en voor de hightech in het bijzonder.
Lean adepten hebben van nature een kritische houding tegenover traditionele boekhoudsystemen die overproductie en voorraadvorming in de hand werken. Auteur Warnacut heeft dit verder uitgewerkt. De problemen ontstaan bij toepassing van integrale kostprijzen, doordat overhead en andere indirecte kosten worden toegerekend aan afzonderlijke productieorders. Dat creëert suboptimale doelstellingen zoals het genereren van maar zoveel mogelijk dekking door het produceren van zoveel mogelijk producten, ook als daar geen klantorders tegenover staan.
Boekhoudsystemen maken ten onrechte geen verschil tussen geproduceerde goederen die verkocht zijn en waarvoor liquiditeit is ontvangen, en goederen die in het magazijn worden opgeslagen. Die aanpak is te verklaren uit uitgangspunten die eens per jaar bij het opstellen van de jaarrekening moeten worden toegepast. Door de dominantie van het integrale kostprijs gedachtegoed, gecombineerd met een streven naar eenduidige informatie, worden ERP-systemen teveel ingericht ten behoeve van de boekhouding en te weinig voor het nemen van gezonde productiebeslissingen.
De Amerikaanse jaarrekeningvoorschriften van US-GAAP waar Warnacut naar verwijst kennen een Nederlandse equivalent in de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ). Die richtlijnen hebben weliswaar een algemeen verplichtend karakter, maar je moet er voor betalen (aan Kluwer) om er kennis van te nemen. Daar heb ik nog niet aan kunnen wennen. Ontwerp-richtlijnen worden echter wel gepubliceerd, en via die omweg kun je in dit verband kennis nemen van de relevante bepalingen van RJ 220.305 en verder.
Warnacut heeft helemaal gelijk als ze stelt dat de jaarrekeningvoorschriften (eens per jaar) gevolgd moeten worden, maar dat je niet je informatiesysteem er op hoeft te baseren. Het hele jaar door kun je veel beter marginaal redeneren (primair uitgaan van de variabele kosten), en een keer per jaar de opslag bepalen om de voorraden correct voor de jaarrekening te waarderen.
In dit verband past een bekende maar relevante vraag: Zijn voorraden nou eigenlijk activa, of zijn het passiva? Weerspiegelen de voorraden bezittingen met een waarde die op korte termijn voor een aantrekkelijke prijs te gelde gemaakt kunnen worden, of moet je voorraden eigenlijk bekijken vanuit de inspanningen die je nog moet plegen om er van af te raken? In de praktijk ben ik vaak geneigd om het tweede standpunt in te nemen.
Gelukkig heeft Warnacut niet alleen kritiek, ze produceert ook een alternatief in de vorm van een op tijd gebaseerde boekhouding. Ze hanteert daarbij ideeën van bekende industriegoeroes als Eli Goldratt en Rajan Suri, en beschrijft technieken zoals SMED om omsteltijden te verminderen. Uiteindelijk leidt dat tot een roadmap op basis van relevante uitgangspunten, en een gedetailleerde voorzet voor kengetallen die zich richten op daadwerkelijke verbetering van rendement, liquiditeit en performance naar de klant. Ze visualiseert die kengetallen zodanig dat menig controller ze al snel zal willen verwerken in eigen spreadsheets.
Het aardige is verder dat Warnacut zich richt op industriële bedrijven met een high-mix, low-volume karakter. Dat sluit goed aan op veel hightech bedrijven in Nederland, met name in de regio rondom Eindhoven die mijn natuurlijke habitat vormt. Al met al ben ik zeker positief over de inhoud van het boek.
Met de vertaling naar het Nederlands is iets vreemds aan de hand. Kernbegrippen worden letterlijk vertaald wat een bevreemdend effect oplevert. De term Discount rate om toekomstige geldstromen contant te maken naar het heden wordt vertaald als kortingspercentage in plaats van disconteringsfactor of vermogenskostenvoet. Het in de Nederlandse industrie nadrukkelijk gangbare begrip Bill of Materials (BOM) wordt onnodig vertaald als Uitgiftebon Materialen (UM). Shipping dock wordt vertaald als scheepsdok in plaats van afdeling verzending. Het begrip employee turnover wordt niet vertaald naar personeelsverloop, maar naar personeel omzet. Vreemd genoeg wordt een begrip als general ledger onvertaald overgenomen, in plaats van het Nederlandse begrip grootboek toe te passen.
Verder zijn er verstoringen opgenomen in tabellen die wel correct zijn weergegeven in de Amerikaanse versie. Naarmate het boek vordert wordt de tekst minder begrijpelijk, de vergelijking dringt zich in toenemende mate op met de mechanische vertalingen die je bijvoorbeeld in Tripadvisor tegenkomt.
Kortom: een waardevol boek, maar ik geef de voorkeur aan de Engelstalige versie.