De recente wijzigingen in de accountantswet voor ‘Organisaties van Openbaar Belang’ (OOB’s) zal tot andere verhoudingen leiden. Een eerste scenarioverkenning naar de effecten voor het MKB levert twee uitersten op.
Scenario 1: Focus op controle
Onder het motto ‘wijzigingen bij de grote kantoren druppelen uiteindelijk door naar beneden’ krijgen ook controlerend accountants voor niet-OOB’s (denk aan het MKB) uiteindelijk te maken met scheiding van controle en advies, en met verplichte roulatie.
In dit scenario kan het hele beroep afglijden naar een eenzijdige (en schrale) focus op controle. De controle wordt grotendeels voorgeprogrammeerd, in het kader van Horizontaal Toezicht wordt de controle voor de belastingdienst ook uitbesteed aan accountants. Voor starters op de arbeidsmarkt zal het een weinig uitdagend beroep zijn. Dit heeft effect op de kwaliteit van starters.
De visie van accountants op hun klanten kan zich beperken door organisaties te zien als een samenwerking van mensen en middelen die leidt tot een hoeveelheid financiële mutaties. Die enerzijds worden afgegrensd door de beginbalans, anderzijds door de eindbalans. Die financiële mutaties moeten gecontroleerd worden, waarbij het enige uitstapje is het vergelijken met de cijfers van het voorgaande jaar, en het kijken naar de ‘gebeurtenissen na balansdatum’.
Scenario 2: MKB als status aparte
In dit scenario wordt onderkend dat het onderscheid tussen OOB’s en niet-OOB’s een reëel en betekenisvol onderscheid is. De gewijzigde wetgeving voor controle van OOB’s vloeit voort uit de financiële problemen die zich bij uitstek hebben voorgedaan in de wereld van OOB’s. Bij beursgenoteerde bedrijven, maar ook bij grote non-profits als Vestia.
Het feit dat in het MKB eigendom en leiding in een hand liggen, vraagt om behoud van de combinatie van controle en advies, en daarbij past ook de mogelijkheid van een langdurige band met de accountant.
Een OOB-vergunning is niet langer alleen maar een lust, maar vormt ook een last. Het is niet alleen een ‘asset’, maar ook een ‘liability’. Het ligt voor de hand dat de grote kantoren in dit scenario niet alleen een scheiding gaan aanbrengen tussen controle en advies, maar ook nog eens een knip leggen tussen OOB-klanten en MKB-klanten. Dat gaat ten koste van de eenheid binnen de grote kantoren.
In dit scenario worden de kaarten in het MKB opnieuw geschud, en zijn het vooral de middelgrote kantoren die hun relatieve positie kunnen verbeteren. Deze zijn groot genoeg om een flink aantal controleopdrachten uit te voeren (voldoende ‘vlieguren’ te maken), en ze hebben de mogelijkheid om te investeren in mensen en middelen. Tegelijk zijn ze klein genoeg om persoonlijk commitment te bieden.
Wat gaat het worden? We zullen zien. Het mag duidelijk zijn voor welk scenario ik gemotiveerd ben …
Geef een reactie