• Skip to content
  • Spring naar de eerste sidebar

Paul's observaties

Waardering voor ondernemerschap

accountant

Business Valuators: Mind the Gap!

11 mei 2017 door Paul Mencke Reageer

De actualiteit rond de MBO van De Facultatieve door VVD-voorzitter Henry Keizer kent meerdere interessante invalshoeken. Communicatiedeskundigen zullen waarschijnlijk kijken naar de manier waarop Keizer in het openbaar weerwoord geeft op de beschuldigingen. Accountants zullen kijken naar de eerste waardering van het gekochte bedrijf, de boekhoudkundige verwerking van negatieve goodwill, en de toepassing van fiscale waarderingsgrondslagen binnen de personal holding-BV.

Maar vooral voor business valuators (waarderingsdeskundigen) is deze zaak relevant. Uit de persverklaring van Keizer blijkt dat drie onafhankelijke waarderingsdeskundigen zich in 2012 hebben gebogen over de waardering van het over te nemen bedrijf BV Beheermaatschappij ‘De Facultatieve’. Die waarderingen kwamen uit op bedragen in een bandbreedte van tussen de 6 en 19 miljoen euro. En dan komt er nog een vierde waardering tot uitdrukking in de jaarrekening 2012 van de koopholding Facultatieve Groep BV, die een reële waarde van de activa en passiva van 31,5 miljoen euro noemt.

Een overzicht (bedragen x € 1 miljoen):

  • Waarde volgens BDO                 5,9
  • Waarde volgens Borrie            16,2
  • Waarde volgens Deloitte        16,8 (als ‘mid-point’ tussen 14,8 en 19,1 miljoen)
  • Waardering in jaarrekening   31,5 (met EY als extern accountant)

Verwachtingskloof bij accountants

Accountants hebben te maken met een verwachtingskloof tussen de rapportage van de accountant door middel van de controleverklaring, en de verwachtingen die de samenleving (het maatschappelijk verkeer) heeft ten aanzien van de taken van de accountant. Er zijn verwachtingen van de samenleving die het accountantsberoep niet kan waarmaken, bijvoorbeeld het garanderen dat bij ondernemingen waarvan de jaarrekening is gecontroleerd geen fraude is gepleegd, of dat bij de jaarrekeningcontrole altijd alle transacties worden geverifieerd.

Verwachtingskloof bij business valuators

De actualiteit rondom de lucratieve overname van De Facultatieve geeft veel ruimte voor onduidelijkheid over het werk van business valuators. De samenleving (het maatschappelijk verkeer) zou kunnen verwachten dat als verschillende valuators hetzelfde bedrijf waarderen, op hetzelfde moment, voor hetzelfde doel, dat hun waarderingsexercities dan tot redelijk vergelijkbare uitkomsten zullen leiden.

Als die waarderingen uiteenlopen tussen de 6 miljoen en 31 miljoen euro, dan is het de vraag wat je als belanghebbende of als geïnteresseerde met die uitkomsten aan moet. En zoals accountants zich nog wel eens beroepen op het zogeheten axiomatisch voorbehoud, zo benadrukken valuators de subjectiviteit van de waardetheorie, die een objectieve waardebepaling in de weg staat. Maar daarmee is die verwachtingskloof nog niet van de baan.

Business valuators mogen best oog hebben voor de verwachtingskloof die in de praktijk kan ontstaan. De persverklaring van Keizer leert ons dat uiteindelijk van het hele waarderingsrapport, alleen die ene bladzijde met de financiële uitkomst van de waarderingsexercitie aandacht krijgt. Alle belangrijke kwalitatieve overwegingen van de valuator en ook de waarderingscontext, die bijzonder veel effect hebben op die kwantitatieve uitkomst, verdwijnen zo compleet uit beeld.

Business valuators vormen een jonge beroepsgroep, maar ze krijgen te maken met volwassen vraagstukken. Ze zijn belangrijk genoeg om er tijd en aandacht aan te besteden.

 

Categorie: MKB, Vooruitkijken Tags: accountant, business valuation, Facultatieve, goodwill, Henry Keizer, marktwerking, verwachtingskloof

Een stil afscheid van een oer-Nederlands fenomeen

7 mei 2016 door Paul Mencke Reageer

In november 2015 zijn de zijn de bepalingen rondom het jaarrekeningrecht in het burgerlijk wetboek aangepast. Daarbij hebben de criteria om onderscheid te maken naar kleine, middelgrote en grote vennootschappen best veel aandacht gekregen. En accountants verdiepen zich nu in relevante details zoals veranderde terminologie en de informatie die in toelichtingen verstrekt moet worden.

Maar er het is eigenlijk opvallend stil rondom de gewijzigde verwerking van goodwill.

De Nederlandse wet gaf vennootschappen van oudsher de mogelijkheid om de goodwill bij overname van een onderneming in één keer ten laste van het resultaat of in mindering op het eigen vermogen te brengen. Die mogelijkheid sloot aan op de Hollandse koopmansgeest waarbij de ondernemer zich niet rijker wil rekenen dan nodig is, en waarbij hij zeker geen ‘gebakken lucht’ op de balans wil zien.

Naast deze traditionele overwegingen zijn er ook principiële argumenten. Goodwill is geen afzonderlijk overdraagbaar activum. Het is feitelijk niet meer dan de uitkomst van een boekhoudkundige vergelijking: Koopprijs minus boekhoudkundige waarde (van afzonderlijke activa/passiva) = goodwill

Bankiers die ondernemingen financieren hanteren een vergelijkbare redenering: bij het beoordelen van de solvabiliteit van hun klant trekken ze de goodwill van het eigen vermogen af.

Met ingang van het boekjaar 2016 is het niet meer toegestaan om de goodwill die bij een overname betaald wordt, ineens ten laste van het resultaat of van het eigen vermogen gebracht mag worden. Deze goodwill moet voortaan worden geactiveerd op de balans, en over een langere termijn afgeschreven worden.

Er zijn natuurlijk best wel argumenten die de wetswijziging ondersteunen, en uiteraard sluiten we hierbij beter aan op ontwikkelingen in internationaal verband.

Toch is het voor de ondernemer die zijn eigen onderneming grotendeels zelf financiert, en zoveel mogelijk autonoom wil zijn in zijn ondernemingsbeslissingen en in de wijze waarop hij deze presenteert, evengoed een beperking. Hier is weinig ruchtbaarheid aan gegeven. Ook niet door de ondernemers die er mee te maken hebben. Waarschijnlijk richten die zich meer op hun business zelf, dan op de weergave ervan in hun jaarrekening. En dat is maar goed ook.

goodwill2-klein-620x413

 

 

Categorie: MKB, Uncategorized Tags: accountant, goodwill, ondernemer, onderneming

Accountants en 12 o’clock flashers

28 oktober 2012 door Paul Mencke Reageer

 

Tijdens de Dutch Design Week gaf Bram Elderman van Apple een bijzonder inspirerende lezing over innovatie. Voor Apple is innovatieve technologie weliswaar een belangrijke succesfactor, maar dan alleen, zo gaf Elderman aan, ‘verborgen onder de motorkap’.

“Bij alles wat wij maken, hebben we als doelgroep de ‘12 o’clock flasher’ voor ogen. Dat is de consument wiens magnetron of dvd-recorder eeuwig op 12:00 blijft knipperen omdat hij geen idee heeft hoe hij dat ding moet instellen.

We maken dingen voor mensen die niet willen weten wat er zich onder de motorkap afspeelt,” zei Elderman. “En we vragen niet wat de gebruiker wil, maar we bedenken waar je die gebruiker ècht mee helpt. Denk aan de befaamde uitspraak van Henry Ford: ‘Als we aan de mensen hadden gevraagd wat ze wilden, dan hadden ze gezegd: snellere paarden’.”

Accountants hadden dat al lang geleden in de gaten. Ruim voordat Steve Jobs geboren werd, onderkenden ze al een kloof tussen de verwachtingen van een gebruiker (!) van een accountantsverklaring, en datgene wat een accountant waar kan maken. De 12 o’clock flasher kenden ze toen ook al, alleen heette die toen nog een ‘verstandige leek’. Dus de accountants onderkenden het probleem, ze konden het beschrijven, en het een naam geven. En vervolgens …

Vervolgens bleef de verwachtingenkloof in stand, de verstandige leek bleef moeite hebben met de toegevoegde waarde van de accountant,  en nog steeds halen accountants het nieuws als een van hun klanten een financieel debacle beleeft.

Elderman roept mensen op om het lef te hebben om zichzelf opnieuw uit te vinden. “Word een concurrent van jezelf! Denk niet in paarden maar in auto’s!”

De consument van nu haal je met andere argumenten over de streep dan voorheen, volgens Elderman. “Prijs/kwaliteit verhouding? Bullshit. Dat vindt de consument allang niet meer belangrijk. Het gaat nu om gemak in een totale gebruikerservaring.”

Die oproep van Elderman, die spreekt me aan. Ook accountants mogen zichzelf opnieuw uitvinden. Ook accountants moeten niet denken in paarden, maar in auto’s.

Wie als accountant een concurrent van zichzelf kan worden, die is onweerstaanbaar voor z’n klanten.

Hoe? Denk daar maar eens over na. Ik heb alvast een paar ideeën, waar ik met een paar inspirerende mensen graag mee aan de slag ga.

Lang leve de 12 o’clock flashers!

Categorie: MKB, Uncategorized Tags: accountant, Apple, innovatie, strategisch denken, tuacc

Een nieuwe tweedeling in de accountancy

26 augustus 2012 door Paul Mencke 2 Reacties

 

Deze week sprak ik Onno, een nichespeler in de advisering van ondernemers in de maakindustrie. Onno verbaasde zich over de manier waarop accountants tegenwoordig aan koude acquisitie doen. Met een groeiende praktijk van cold calling ligt het verbod op ongevraagde dienstaanbieding ver achter ons. Verder bleek Onno gefascineerd door de vele bedrijfsopvolgingen die nog op stapel staan, zonder dat de ondernemer zich daar op voorbereidt.

We bespraken het gegeven dat het sombere macro-beeld van de accountancy krimp en leegloop laat zien, terwijl er afzonderlijke accountantskantoren zijn die zich gelukkig mogen prijzen met een groeiende behoefte aan hun dienstverlening.

Een somber beeld van een veronderstelde meerderheid in de accountancy

Traditionele diensten van accountants als het samenstellen en controleren van jaarrekeningen zijn commodity producten geworden. Door toegenomen regelgeving die er voor zorgt dat accountants zo’n beetje dezelfde werkzaamheden uitvoeren, en door toegenomen prijsdruk. Er zijn relatief veel accountants die er inmiddels van uitgaan dat het samenstellen of controleren van jaarrekeningen het enkele doel van hun werk is. Als je deze mensen vraagt naar hun werk, dan antwoorden ze ‘ik werk in de samenstelpraktijk’ of ‘ik werk in de controlepraktijk’. Vanuit hun aard van ijverige structuurzoekers zien ze graag een goed gevulde postbak ‘in’ met administraties die bewerkt moeten worden. In hun optiek bestaat hun werk uit het veredelen van data naar een jaarrekening, of uit het vaststellen dat de jaarrekening een betrouwbaar beeld geeft. Volgens een vaste volgorde die begint met ‘opdrachtaanvaarding of -voortzetting’ en die eindigt met het  vergrendelen van het dossier. Als zichtbaar product voor de klant leggen ze de jaarrekening of de controleverklaring in hun postvak ‘uit’. Hun visie op ondernemingen dreigt af te glijden naar een beeld waarin een onderneming terug gebracht wordt tot een hoeveelheid financiële transacties. Die wordt aan de ene kant begrensd door een beginbalans, en aan de andere kant door een eindbalans. Iets essentieels als een ‘bedrijfsverkenning’ wordt teruggebracht tot een nietszeggende indeling in de typologie van Starreveld. De enige verbreding van de scope bestaat uit de vergelijkende cijfers van het voorgaand jaar, en uit de gebeurtenissen na balansdatum.

Een dergelijke reductie van je klantbeeld kan al gauw ten koste van het relatiebeheer gaan. Dan is het aantrekkelijk om in te gaan op voorstellen van marketeers die zich tegen een passende vergoeding willen inspannen om 20 tot 50 telefoontjes te gaan plegen voor één kennismakingsbezoek (FD 9 augustus 2012). Een dergelijke outsourcing van commerciële activiteiten versterkt overigens het beeld van de accountant als professional die zich geheel terugtrekt op zijn vaktechnische werkzaamheden.

Stel je voor: Een accountantskantoor huurt externe marketeers in, die niet uit de wereld van de potentiële klanten komen en ook niet uit de wereld van accountants, en die externe marketeers moeten potentiële klanten overtuigen om te kiezen voor het accountantskantoor dat hun opdrachtgever is. Welke marketing-P wordt daarbij nadrukkelijk ingezet? Hoe rendabel en hoe duurzaam zijn die nieuwe klanten?

Hoe aantrekkelijk zijn dergelijke accountantskantoren trouwens voor jonge professionals die een baan in de accountancy overwegen?

Een positief beeld van een veronderstelde minderheid in de accountancy

Tegelijkertijd zijn er ook accountants die graag een bredere kijk ontwikkelen. Die ondernemingen bezien vanuit hun positie in een toeleverketen. Die benieuwd zijn naar de klant van hun klant. En naar de toeleveranciers en naar de concurrenten van de klant. En ook naar maatschappelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor hun klant zoals digitalisering, vergrijzing, voedsel- en productveiligheid.

Die accountants realiseren zich dat een wettelijke verplichting zoals een jaarrekening een uniek middel is om ondernemingen goed te leren kennen. Waarbij het niet nodig is om de dienstverlening te beperken tot audit-only, maar waar er ruimte is om adviezen te geven om de bedrijfsperformance te verbeteren. Die accountants zullen een aantrekkelijke gesprekspartner zijn voor hun klanten, ook als het gaat om een breed scala van strategische onderwerpen. Het tijdig voorsorteren op bedrijfsopvolgingen is daar een mooi voorbeeld van.

Wat denk je, hoeveel moeite moet een accountantskantoor met dergelijke professionals doen om zijn klanten te behouden? Welk effect kan mond-op-mond reclame hebben?

Hoe aantrekkelijk zijn dergelijke accountantskantoren voor jonge professionals die een baan in de accountancy overwegen?

 

De accountancy is eigenlijk een heel gewone bedrijfstak. Het macro perspectief is somber. Maar op het niveau van afzonderlijke kantoren en individuele professionals blijken er flinke verschillen. Tussen inspirerende koplopers en suffe achterblijvers. Zien we dat niet in heel veel sectoren terug?

 

Categorie: MKB, Uncategorized Tags: accountant, blue ocean, strategisch denken, tuacc

Accountantswetgeving; een nieuwe waterscheiding?

17 februari 2012 door Paul Mencke Reageer

 

De recente wijzigingen in de accountantswet voor ‘Organisaties van Openbaar Belang’ (OOB’s) zal tot andere verhoudingen leiden. Een eerste scenarioverkenning naar de effecten voor het MKB levert twee uitersten op.

Scenario 1: Focus op controle

Onder het motto ‘wijzigingen bij de grote kantoren druppelen uiteindelijk door naar beneden’ krijgen ook controlerend accountants voor niet-OOB’s (denk aan het MKB) uiteindelijk te maken met scheiding van controle en advies, en met verplichte roulatie.

In dit scenario kan het hele beroep afglijden naar een eenzijdige (en schrale) focus op controle. De controle wordt grotendeels voorgeprogrammeerd, in het kader van Horizontaal Toezicht wordt de controle voor de belastingdienst ook uitbesteed aan accountants. Voor starters op de arbeidsmarkt zal het een weinig uitdagend beroep zijn. Dit heeft effect op de kwaliteit van starters.

De visie van accountants op hun klanten kan zich beperken door organisaties te zien als een samenwerking van mensen en middelen die leidt tot een hoeveelheid financiële mutaties. Die enerzijds worden afgegrensd door de beginbalans, anderzijds door de eindbalans. Die financiële mutaties moeten gecontroleerd worden, waarbij het enige uitstapje is het vergelijken met de cijfers van het voorgaande jaar, en het kijken naar de ‘gebeurtenissen na balansdatum’.

 

Scenario 2: MKB als status aparte

In dit scenario wordt onderkend dat het onderscheid tussen OOB’s en niet-OOB’s een reëel en betekenisvol onderscheid is. De gewijzigde wetgeving voor controle van OOB’s vloeit voort uit de financiële problemen die zich bij uitstek hebben voorgedaan in de wereld van OOB’s. Bij beursgenoteerde bedrijven, maar ook bij grote non-profits als Vestia.

Het feit dat in het MKB eigendom en leiding in een hand liggen, vraagt om behoud van de combinatie van controle en advies, en daarbij past ook de mogelijkheid van een langdurige band met de accountant.

Een OOB-vergunning is niet langer alleen maar een lust, maar vormt ook een last. Het is niet alleen een ‘asset’, maar ook een ‘liability’. Het ligt voor de hand dat de grote kantoren in dit scenario niet alleen een scheiding gaan aanbrengen tussen controle en advies, maar ook nog eens een knip leggen tussen OOB-klanten en MKB-klanten. Dat gaat ten koste van de eenheid binnen de grote kantoren.

In dit scenario worden de kaarten in het MKB opnieuw geschud, en zijn het vooral de middelgrote kantoren die hun relatieve positie kunnen verbeteren. Deze zijn groot genoeg om een flink aantal controleopdrachten uit te voeren (voldoende ‘vlieguren’ te maken), en ze hebben de mogelijkheid om te investeren in mensen en middelen. Tegelijk zijn ze klein genoeg om persoonlijk commitment te bieden.

 

Wat gaat het worden? We zullen zien. Het mag duidelijk zijn voor welk scenario ik gemotiveerd ben …

 

Categorie: MKB, Uncategorized Tags: accountant, bureaucratie, common sense, ondernemer, tuacc

Primaire Sidebar

Wie is Paul?

Brainport-accountant | business valuator | waardeert ondernemingen en ondernemerschap| gefascineerd door het bedrijfsleven, vooral in de (maak)industrie | dynamische business modellen | het verhaal achter de cijfers | leven in een complexe wereld |
Tweets van @PaulMencke

Recente observaties

  • De eeuwige voorspelling van het einde van de vrije markt economie
  • Fantoomgroei: ⚫️⚪️⚪️⚪️⚪️
  • Franchise, een opmerkelijke samenwerking
  • De vrije markt is zo slecht nog niet. Ook niet voor sommige publieke taken.
  • Waarom informatiesystemen van industriële ondernemingen niet gebaseerd moeten worden op jaarrekening-voorschriften
  • Die dominantie van het beheers-, control- en auditdenken. Zal die toenemen, op den duur afnemen, of misschien helemaal verdwijnen?
  • Oneindige capaciteit in de maakindustrie?

Zoek op trefwoorden:

401k aarde plat/rond accountant Alex Osterwalder analyse Angelsaksisch Apple arbeidsproductiviteit beleggen betaald voetbal blue ocean bmgen boek buitenlandse handel bureaucratie business model generation business valuation capm co-creatie common sense constraints dcf diversificatie Enron format invasion founder's mentality gemaal Goldilocks Goldratt goodwill hypotheek innovatie innovatiebox Isidorushoeve kredietcrisis Literatuur marktwerking ondernemer onderneming René ten Bos strategisch denken toegevoegde waarde tuacc verdienmodel vroeger

© Copyright Paul Mencke